De Veluwe kent afwisselende landschappen die rijk zijn aan planten en dieren. Elk seizoen is een avontuur op zich om te ontdekken. Sporen van wild zwijn, edelhert, ree of vos zijn na een periode van sneeuw goed zichtbaar op de paden in de bossen. Het groen van den en spar ligt verstopt onder een sprookjesachtige laag dikke sneeuw terwijl rijp op berken, beuken en eiken het licht weerkaatst van de opkomende zon.
Elk seizoen is een avontuur op zich om te ontdekken
Op een paal in het open veld loert een buizerd op prooi. Raven verstoren in de vroege ochtend luidruchtig de ijskoude stilte. Groepjes mezen en goudhaantjes vliegen van boom naar boom op zoek naar eitjes, larven en poppen van insecten. Ze houden onderling contact met elkaar door middel van ijle hoge roepjes. Vinken en kepen doen zich op de grond tegoed aan beukennootjes. Ganzen trekken gakkend over naar hun slaapplaatsen in de polder. In de schaapskooi zijn de eerste lammetjes geboren.
De dagen lengen. Sneeuw en rijp verdwijnen naar de achtergrond. Maken plaats voor de vroege lentebloeiers. De kopjes van wit bloeiende bosanemonen en het geel bloeiende speenkruid fleuren de grauwgrijze bosbodem op en over het stuifzand ligt hier en daar een warmrode gloed van “bloeiend” haarmos.
Het vogelconcert barst los met roffelende bonte spechten en zingende merels, lijsters, roodborstjes, winterkoning en mezen die luidruchtig een partner proberen te versieren en tegelijkertijd een eigen gebied afbakenen. De trillers van de boomklever galmen door het bos en de vinkenslag klinkt van overal rondom. Niet te missen is het “kekkeren” van de havik die zijn nest hoog in een den of spar heeft gebouwd. Hoog boven het heideveld hangen veldleeuweriken minutenlang in de lucht te tierelieren. En in een vliegden maken geelgors en boompieper duidelijk dat dit hun terrein is.
Lente betekent nieuw leven. Nieuwe generaties zijn geboren
Citroenvlinder, dagpauwoog en kleine vos zijn ontwaakt uit hun winterslaap. Fladderend langs het bospad zoeken zij naar nectar van bloeiende bloemen en struiken. Hommels, wilde bijen en zweefvliegen vergezellen de vlinders. Wat later in het voorjaar springen de knoppen van beuk, berk en eik open en over de Veluwe komt een zachtgroene waas te liggen van jong blad dat voedsel is voor rupsen, kevers en andere insecten. Kleurrijke libellen jagen langs de oevers van de vennen op vliegjes en muggen. In het water staat veenpluis te wapperen met tientallen witwollige pluizen in de wind. Salamanders zetten hun eitjes af in het water terwijl kikkers luidruchtig kwakend hun aanwezigheid bekend maken. Verborgen achter wildschermen liggen open plekken in het bos. In de avondschemer komt moederzwijn hier met haar jongen, die nog in hun gestreepte pyjamajasjes rondlopen, de grond omwoelen opzoek naar iets eetbaars. Een reegeit met twee wit gespikkelde kalfjes verschijnt aan de overkant van het veld. Lente betekent nieuw leven. Nieuwe generaties zijn geboren.
Het is zomer. Het broedseizoen is voorbij en de rust is weergekeerd in het bos. De jonge vogels zijn uitgevlogen en de ouders gaan in de rui om straks weer met een nieuw verenpak zich op te maken voor een nieuw jaar. Zo rustig als het in het bos is zo rumoerig is het in het open veld. Hier gonst en zoemt het van de vele wilde bijen en zweefvliegen die zich tegoed doen aan de nectar en stuifmeel van de tientallen bloeiende bloemen. Bij dat gonzen en zoemen vermengt zich het geluid van sjirpende sprinkhanen en krekels. Dit is het kenmerkende hoogzomer geluid. Intussen staan op de oevers van vennetjes de vleesetende plantjes van zonnedauw met witte bloempjes te bloeien en op het heischrale grasland kleuren orchideeën de omgeving in een deken van lila, paars, roze en witte bloemen.
Er is dan letterlijk sprake van brandend zand
Wat later in het jaar verschijnen de fraai gevormde blauwe bloemen van de Klokjesgentianen. Door kenners beschouwd als het opvallendste sieraad van de vochtige heide. Wanneer de temperatuur naar de tropische waarde van 30 C of hoger stijgt, is het stuifzand veranderd in een dorre woestijn waar de temperaturen op het zand tot boven de 50 C zijn opgelopen. Er is dan letterlijk sprake van brandend zand. Op dit zand valt dan ook nauwelijks leven meer te bekennen maar op de overgang van stuifzand naar bos en hei weten geharde specialisten als blauwvleugel sprinkhaan en heivlinder zich goed te handhaven. Als de hitte wordt afgelost door een verkoelende onweersbui is er op de overgang van zandpad naar hei, een grote kans op een ontmoeting met adder of gladde slang.
Op elk heideveld staan bijenkorven om de kostbare honing te oogsten
In de tweede helft van de zomer vragen heidevelden de aandacht als de uitgestrekte velden paars zien van de uitbundig bloeiende struiken. Op elk heideveld staan bijenkorven om de kostbare honing te oogsten. Met wat geluk kan men op enige afstand van de bijenkorven de imker aan het werk zien in zijn imkeroverall en gewapend met een pijp om de bijen te verdoven met rook tijdens het verzamelen van de honing. Intussen is het onrustig geworden in bos en veld. De mannelijke edelherten, geweidragers genoemd, die tot nu toe in groepen (roedels) gezamenlijk optrokken verdragen elkaar niet meer. De groepen vallen uiteen. De mannen gaan solo. Op zoek naar de hinden, de vrouwelijke edelherten.
Het is de overgang van zomer naar herfst. De bronst van het edelhert is losgebarsten. Burlende herten laten zich van verschillende kanten horen met hun diepe zware bronstroepen. Deze oergeluiden domineren vanaf de schemeravond tot in de vroege ochtend bos en veld. Zwaargebouwde herten met grote geweien op hun kop patrouilleren uitdagend burlend naar concurrenten die verder weg antwoorden. Intussen worden de roedels met hinden angstvallig bewaakt want deze worden beschouwd als persoonlijk bezit.
Burlende herten laten zich van verschillende kanten horen
Soms komt het tot een gevecht tussen twee geweidragers en is het kletteren van geweien van de vechtersbazen goed te horen. De vrienden van vroeger, zijn tijdelijk veranderd in dodelijke vijanden van elkaar. Luisterend naar het burlen galmt van dichtbij opeens de hoge ronde baltsroep van een bosuil door het donkere bos. Met deze baltsroep, bekend van griezelfilms, bakent de bosuil zijn territorium af.
Wanneer de bronsttijd op zijn eind loopt is de vogeltrek op zijn hoogtepunt. Vanuit Scandinavië, Groenland en Rusland trekken zangvogels, roofvogels steltlopers en allerlei andere groepen vogels langs de randmeren of over de Veluwe of blijven tijdelijk rondhangen om aan te sterken na een lange tocht vanuit het noorden. Voor lijsterachtigen zijn de rode bessen van de Lijsterbes wellicht interessant.
Intussen rijzen van alle kanten kleurrijke paddenstoelen op uit de grond. Een van de mooiste en meest bekende is de vliegenzwam met zijn rode hoed en witte stippen. Maar ook eekhoorntjesbrood, hanenkam, grote dtinkzwam en allerlei soorten russula’s in de kleuren rood, geel, groen en wit trekken de aandacht van de bezoeker.
Draden bezet met druppels dauw van de ochtendmist hangen als pareltjes in de spinnenwebben en van de herfstgrond stijgt een aromatische geur op. De bladeren verkleuren in felrood, goudgeel en bruin en dwarrelen één voor één naar beneden. De eerste vorst dient zich alweer aan. De cirkel is rond. De winter staat voor de deur.